Bij Besluit van 21 juni 1991 van de Tweede Kamer (Stb. 1991, 395) is voormeld Reglement ingetrokken.
In de toelichting op het intrekkingbesluit is de reden voor de intrekking van het Reglement als volgt verwoord:
De in de Wet neergelegde criteria waaraan de aanvraag om vergunning wordt getoetst, betreffen onder meer
het hebben van voldoende middelen van bestaan en het startverleden van de bewoners, alsmede eisen ten aanzien van
inrichting en gebruik van het woonschip, neergelegd in een algemene maatregel van bestuur.
De eisen uit die maatregel zijn momenteel verouderd. Voor de veiligheid en de bewoonbaarheid van het schip hebben zij geen enkele betekenis.
Het ware denkbaar geweest dat deze oude eisen door nieuwe zouden zijn vervangen, maar daarvan is uit dereguleringsoogpunt afgezien.
Voor bewoners van woonschepen is de verscheidenheid in de uitvoering van de schepen veelal één van de aantrekkelijke aspecten van de woonvorm.
Juist die verscheidenheid bemoeilijkt het stellen van eisen die vergelijkbaar zijn met de eisen die vanuit het oogpunt van volkshuisvesting aan woningen worden gesteld.
Deze omstandigheid en het gegeven dat woonschepen woonruimte bieden aan een relatief kleine groep van eigenaren/bewoners,
maken het niet wenselijk om nieuwe regels voor de inrichting en het gebruik van woonschepen te stellen.
Andere regels daarvoor worden door de overheid dan ook niet gesteld, ook niet in andere kaders.
Wel kunnen op gemeentelijk niveau regels worden gesteld met betrekking tot ligplaatsen (zie artikel 31 van de Wet)
De wetgever heeft dus de eisen uit het Reglement op woonwagens en woonschepen afgeschaft en uitdrukkelijk bepaald dat daarvoor in de plaats geen nieuwe regels (mogen) worden gesteld.
Regels met betrekking tot de ligplaats zijn wel toegestaan, regels omtrent inrichting en gebruik van het woonschip zelf niet.
Terug naar "Regels"