7e Afd. No. 1/63 Aan den Raad der gemeente Haarlem.
Haarlem, 4 Mei 1934

In verband met het toenemen van het aantal woonschepen binnen deze gemeente,
worden moeilijkheden ondervonden wat de gekozen of te kiezen ligplaatsen betreft.
Dit is niet alleen het geval met de woonschepen, welke ingevolge de wet op woonwagens en woonschepen 1918, Stbl. 492. een vergunning hebben verkregen, doch vooral ook met die schepen, welke gedurende de wintermaanden in de singels, de grachten en in het Spaarne ligplaats kiezen.

Herhaaldelijk is door omwonenden geklaagd over de in de wateren der gemeente verspreid liggende vaartuigen, welke hoofdzakelijk als woonschepen gebruikt worden. In het bijzonder is wel geklaagd over de woonschepen liggende aan de Oostvest.

Het hoofdbezwaar om in den bestaanden toestand verbetering te brengen is steeds geweest, dat geen geschikte ligplaatsen voor de woonschepen waren aan te wijzen.

Nu evenwel in het bij Uw besluit van 22 November 1933, no. 11. vastgesteld plan van uitbreiding voor den Waarder~ en Veerpolder, (eerder gegeven ontwerptekening) een havenplan is opgenomen, opent zich, in verband met het feit dat de gemeente daar ter plaatse grond bezit, een gelegenheid om op de plaats waar de toekomstige haven moet komen,

een voorloopige haven, met bestemming van ligplaats voor woonschepen in te richten.

Deze haven kan later benut worden, indien tot aanleg van een grootere handels~ en industriehaven mocht worden besloten.

Op de voor Uwe leden ter inzage gelegde teekening, gemerkt I, is deze haven geprojecteerd.

Zij biedt ligplaats voor ± 70 woonschepen
en mondt uit in het Spaarne, terwijl zij met den Waarderweg in verbinding wordt gebracht door een geprojecteerde weg.

Op de mede ter inzage gelegde teekening, gemerkt II, is met roode kleur (gearceerd) de ligging van deze haven ten opzichte van de toekomstige groote haven aangeduid.
In de behoefte van drinkwater kan worden voorzien, door middel van een bron met ontijzeringsinstallatie. Leidingen voor gas en electrischen stroom zijn in de nabijheid aanwezig.

De kosten van een en ander zijn geraamd op ƒ 25.332,- of rond ƒ 25.500,-
Aangezien in dit bedrag een vrij hoog loonpercentage is begrepen, leent dit werk zich bij uitstek voor uitvoering in werkverschaffing.
Op grond daarvan hebben wij ons dan ook gewend tot het Ministerie van Sociale Zaken om rijkssubsidie.
Deze heeft zich bereid verklaard een nader te bepalen subsidie toe te kennen in de loonen, uit te betalen aan de bij vorenbedoeld werk te plaatsen werkloozen, alsmede eenzelfde percentage in de kosten van de te plakken rentezegels, het regenverlet en in drie vierde deel der premie, verschuldigd ingevolge de Ziektewet.

In verband met het vorenstaande stellen wij U voor, om voor gemeld doel een bedrag van ƒ 25.500,- te onzer beschikking te stellen.

Een ontwerp-besluit is ter bekrachtiging hierbijgevoegd.

Terug naar de   vorige tekstpagina   of klik op "vorige".