Rond de aanpak van deel twee (phase 2 noem je dat dan...) van de renovatie kwam weer beweging in het
ingeslapen botendorp. De noorzijde was nu aan de beurt en daar gistte het al enige tijd.

De schuurtjes direct langs het weggetje noord, zoals die vroeger ook aan de zuidkant stonden,
voordat ze werden platgewalst voor de Industrieweg, die schuurtjes waren de Industrie (Nelis en Stork)
een doorn in het oog.
Rook naar anarchie, die vrijgevochten bende en dan had je daar vlakbij nog die autowrakken toestand van die
woonwagenbewoners.

 

Die mini-schuurtjes die de mensen voor een vriendenprijsje konden huren, daar in dat verdiept liggende landje,
waar niemand oog op kon houden, en waar door inbraak en overlast geen animo voor was, die zouden nu komen te vervallen.
De grote loods van kleingrutter Huub Otten was opgekocht door de gemeente en de havenbewoners langs de zuidwal konden nieuwe bergingen neerzetten op het nieuw in te richten oostblok, waar de grond rondom met veel zand was opgehoogd tot normaal straatniveau..

In de loop van de geschiedenis bleek er subsidie te kunnen worden aangevraagd, tenminste... dan wel en dan weer niet.
We hebben veel te danken aan secretaris Thon, die de gemeente(raad) voorhield dat er verwachtingen waren gewekt.
Er was nóg iets dat zorgde voor wat druk op de ketel..

De zuidkanter hadden best wel graag schuurtjes, maar zo ver uit het zicht en dan weer houten kippenhokken,
dat werd sowieso niets.
Zelfs al wás er subsidie, en zou zeker gesteld zijn dat de mensen die niet achteraf weer moesten terugbetalen
aan onze schraapgrage vroede vaderen, dan moesten het toch aanzienlijk betere bergingen worden dan wat
de gulle gemeente rond de bruggebouw had neergezet.

 

Het wellis-nietes spelletje werd zolang opgevoerd dat de renovatie zelf in gevaar begon te komen.
Garanties voor de subsidie en anders geen start van phase 2...

Ander punt bij de inrichting Oost was een nieuw en ditmaal aanzienlijk ruimer clubhuis.
Maar ook onder voorwaarden.

Bij een vergadering met gemeente-ambtenaren en havenbewoners in het clubgebouw van het woonwagenkamp, de Spil,
waren de jongelui van het kamp zó bezig met eieren tegen de ramen van hun eigen clubgebouw, dat ook de gemeente wel inzag dat de buren-verhouding niet bepaald optimaal was.
De haven wilde dan ook, als tenminste de inrichting Oost van de grond zou komen, dat dan de sloot doorgetrokken zou worden.

Ook de Heringaweg moest worden doorgetrokken, zodat de woonwagenbewoners een eigen afslag kregen naar hun centrum. De Waarderveldweg richting Spaarne (havenweggetje noord~ en oostzijde) zou daardoor uitsluitend dienst doen voor bestemmingsverkeer op de haven.

 

Er zijn clubhuis-ontwerpen gemaakt, waarvan we ons afvroegen of de heren de realiteit een beetje kwijt waren,
maar het uiteindelijke nieuwe clubhuis voor zo'n 70.000 guldentjes kwam er.

Veel werd door vrijwilligers ter hand genomen en de administratieve constructie was dat de Harmenjanswijk
de eigenaar werd (daarvoor gesubsidieerd door de gemeente) en dat het gebouw gebruikt werd door de havenbewoners.
Was oorpronkelijk (1966!) al gesproken over een clubgebouwtje voor haven en kamp samen, inmiddels was het kamp rijkelijk voorzien van een riant eigen honk (de Spil) en kon dus het nieuwe onderkomen worden ingericht
voornamelijk, of alleen voor de haven.
Volgens machtiging nr. 9 1983/WIW afdeling 7.5 nr 314683 dd 21 juni 1983 krijgen we ook speelvoorzieningen
op het veldje naast het clubgebouw.

Terug naar de  link-pagina, of klik op "vorige".