In het kort:
Voornamelijk de armoede was voor veel bootbewoners aanleiding om op boten te gaan wonen.
Ze waren van begin af bij gemeentebesturen niet populair... Er werd een zogenaamd "restrictief beleid gevoerd"...
Om van de waterbewoners in de stad af te komen, werd een haven voor 70 schepen aangelegd die, bewust, niet aanlokkelijk was,
maar waar mensen verplicht werden ligplaats in te nemen.
De rapporten van toenmalig havenmeester Kramer, vermelden naar volle tevredenheid dat het gelukt is het woonschepen bestand terug te dringen.
In de petitie van havenbewoners uit 1934 wordt een aantal klachten opgesomd.
Mogelijk tussendoor, maar zeker op een bewonersavond februari 1966 werd weer gewaarschuwd voor dat brandgevaar . (verslaggemeente1966).
En opnieuw in 1975, in het rapport tevens aanbevelingen van de liggeldencommissie (commissie Adriaanse) aandacht voor dat brandgevaar
Onder punt 4 van "van belang zijnde punten"en onder punt 9 van de conlussies:
Petroleumstelletjes (Haller), olietanks, 200 liter of groter, op of tegen de boot, gasflessen aan boord.
Zelfs gasfles-kacheltjes. Terwijl de boten pas later, (rond 1965?) waterleiding kregen...
Maar, door de tijd achterhaald, werd deze wet in 1991 buiten werking gesteld. De wetgever bepaalde daarbij dat, gelet op gering aantal bewoners,
geen regelgeving meer gegeven werd, niet bouw~ en niet woontechnisch,
Wat hebben we dus tot zover?
Een haven, oorspronkelijk voor 70 woonschepen, die nooit groter is gemaakt voor veilige ligplaatsen.
Nu bewoond, niet meer door zandvletjes en opgebouwde westlanders, maar door betonnen arken, sommige dubbellaags.
Met nog enkele stalen casco's.
Deze schepen hebben geen losse tanks meer, geen petroleumstelletjes,.. Maar aardgas en ze hebben allemaal waterleiding -onder druk-
Ze zijn, stuk voor stuk, verzekerd, maar....in deze, door de gemeente zo ingedeelde haven, liggen ze wel behoorlijk dicht op elkaar!